In de stilte van het voorjaar
Heb ik het wonder wel eens ontmoet
Als het witte bloesem sneeuwde in het gras
En ik heb het laten sneeuwen
Laten sneeuwen op mijn hoed
In de stilte van het voorjaar
Dat je zachtjes schreien doet
In de volte van de zomer
Zag ik ook het wonder staan
In de veldboeketten en het gouden koren
En in de nachten vol met sterren
En een dichterlijke maan
Kon ik het lieve liedje
Van het wonder horen
refr.:
De een noemt het 'wonder'
De ander 'het lot'
Wie weet hoe het heet
Mag het zeggen
De een zegt: " 't is een wonder"
De ander zegt 'God'
Maar d'r is niemand die het uit
Weet te leggen
Toch zijn er wel van die momenten
Dan zie je veel meer dan je ziet
Dan zie je het wonder van lente
Of het nou God is, of niet
Je voelt diep van binnen
Een wonder dat meer is
Dan bloei in een boom
En dat is toch wel heel bijzonder
Al heeft het ook iets van een droom
refr.
Toch is het alsof het leven
Ons soms iets vertelt
Dat meer is dan geluk of verdriet
Leven is meer dan een dwaas
Of een held
Zonder het wonder
Leven we niet
refr.