Haar ogen hebben toverkracht
En haar glimlach geeft haar overmacht
Voor haar wordt zelfs de tram tot staan gebracht
Want zij is een wonder
Vriendelijk buigen bomen als het riet
Als ze voorbij zweeft lopen doet ze niet
Elke hond kwispelt als hij haar ziet
Zij is een wonder
Oh ze is zo bijzonder
En die fee die hoort bij mij
Houdt van mij
Dat is wat ze zei
En al word ik honderd
Nooit meer kan ik zonder
Want elke dag zo'n wonder
Is dat geen wonder
Nooit meer kan ik zonder
Zij is een wonder
Schuwe mussen eten uit haar hand
Auto's stoppen even aan de kant
En kappers letten niet meer op hun klant
Zij is een wonder
Zelf heeft ze alles niet zo door
Maar even keek daar ook mijnheer Pastoor
Naar de hemel lachte en liep door
Zag hij een wonder
Oh ze is zo bijzonder
En die fee die hoort bij mij
Houdt van mij
Dat is wat ze zei
En al word ik honderd
Nooit meer kan ik zonder
Want elke dag zo'n wonder
Is dat geen wonder
Nooit meer kan ik zonder
Zij is een wonder
En die fee die hoort bij mij
Houdt van mij
Dat is wat ze zei
En al word ik honderd
Nooit meer kan ik zonder
Want elke dag zo'n wonder
Dat is bijzonder
Zij is bijzonder
En nooit meer kan ik zonder
Zij is een wonder
Ook al word ik honderd
Zij is een wonder
Oh ja zij is mijn wonder
Ook al word ik honderd
Zij blijft een wonder
Zij is een wonder