We trekken en sleuren ons hier kapot.
Douwe, jongens, douwe!
En dat voor zo weinig geld, bij god!
Douwe, jongens, douwe!
De bakman is slecht en de vis is klein.
Douwe, jongens, douwe!
Dat komt omdat we maar sloebers zijn.
Douwe, jongens, douwe!
We zijn al zo lang van huis weggeweest.
Onze vrouwen missen wij nog het meest.
Maar ik heb toch zo lekker gedroomd vannacht:
Een meermin in mijn hangmat lag.
Nou is Neptunus op mij zo kwaad.
Hij is jaloers en tot alles in staat.
Hij is jaloers en tot alles in staat.
Hij laat het stormen, ons schip vergaat!
Maar zijn we vergaan dan kom ik misschien
Terug bij mijn zalige zeemeermin.
En op de bodem van de oceaan
Daar kan je dan twee gelieven zien staan.
Daar kan je dan mij.....
En mijn meermin zien staan.
Douwe, jongens, douwe!