Komt men in maart in Island aan
Hei courage viva!
Dan is de winter niet gedaan.
Hei courage viva!
Het dek ligt vol met ijzel, het zeil bevriest in 't want.
De sneeuw valt dik in Island, Hei courage viva!
Als mist en storm ons dan belaagt,
Hei courage viva!
Zorg wel dat je geen water maakt.
Hei courage viva!
Want kun je nog zo zwemmen: de koude Noorderzee
Die neemt er al je krachten mee.
Hei courage viva!
Van 's morgens vroeg voor zonsopgang Is 't vissen met de lijn in d'hand.
De voeten die verstijven, de vingers klam en koud,
De lijn bevroren aan het hout,
Hei courage viva!
Als 't dek vol kabeljauwen ligt,
Dan wacht ons nog een zware plicht.
Tot s'avonds o zo late, dan wordt de vis ontdaan
Van kop en steert en ingewand,
Hei courage viva!
Is 't zouten eindelijk gedaan,
Dan kunnen we snel aan tafel gaan.
Gekookte vissekoppen, patatten blauw en grijs,
Dat is het maal voor heel de reis,
Hei courage viva!
Eind'lijk is de mei in 't land.
Nu vaart de schipper naar de kant.
We wassen onze kleren en soms ook wel ons lijf
En vieren feest al om het meest,
Hei courage viva!
Maar na vijf dagen aan de wal
Is 't tijd dat men weer werken zal.
Dan begint het slaven opnieuw van voorafaan,
Nu nog drie maand op d'oceaan,
Hei courage viva!
En als de vangst eens tegenvalt,
Men soms geen duizend vissen haalt,
Dan moet die gast nog boeten, dan krijgt hij minder geld,
Zo is de wet op zee gesteld,
Hei courage viva
Luister, burgers die ons hoort,
Hei courage viva! -
Als gij nog kabeljauwen smoort,
Hei courage viva!
Denk eens aan de misère die daar werd ondergaan
Door ons op IsIand voor zes maand.
Hei courage viva!