Laatst kwam ik terug van een lange reis ik had centen bij de vleet
Dus ik ging lijnrecht naar de kroeg en daar werd het geld besteed
Een pilsje hier een whisky daar Ja we gingen flink te keer
En hoe die avond eindigde ... ik weet het echt niet meer
De volgende dag werd ik wakker in het bed van Angelien
Mijn spullen en mijn geld was ik kwijt en zij was nergens te zien
Een vent kwam binnen hij greep me beet en ik werd er uit gegooid
Zo belandde ik buiten op de straat verlaten en berooid
Naar zee naar zee
Ik heb genoeg van de zee Je hebt me gehoord
Ik ga nooit meer aan boord:
Mij krijg je niet meer mee!
Zo liep ik te slenteren over de straat en een man kwam op mij aan
Ik kende hem wel die oude schavuit en hij vroeg: "Wil jij soms een baan?
Als jij me je eerste maand voorschot geeft zoals dat bij zeelui hoort
Dan weet ik voor jou wel een plaats op een schuit en kun je meteen aan boord"
Ik kwam terecht op een viermastbark onder kapitein van Doorn
We zeilden de Atlantic af en we ronden toen Kaap Hoorn
De golven rezen huizenhoog met donderend geluid
En zonder laarzen en oliegoed houdt geen zeeman het daar uit
Die bark dat was een ongeluksschip het is waar wat ik je vertel
Ik wenste vaak dat ik dood was want het leven was er een hel
De scheepskaak was beschimmeld en het vlees dat was verrot
Het water was niet te drinken en wij werkten ons kapot
In Valparaiso kwamen wij aan en het schip werd afgemeerd
En toen de kans zich voordeed ben ik hem meteen gesmeerd
Met een ander schip voer ik naar huis en kwam ik eindelijk aan
En ik zwoer bij mij zelf een dure eed om nooit meer naar zee te gaan