Opa was kras, maar opa was kribbig
Snauwde zijn huishoudster dikwijls af
En zij, op haar beurt, antwoordde snibbig
Wat soms een nare spanning gaf
Opa was waarschijnlijk kribbig
Omdat zijn ziel met zijn lichaam vocht
En zij, van haar kant, was, denk ik, snibbig
Omdat ze hem liefhad, en niet mocht
Voor opa afscheid had genomen
Weerde het lichaam zich gruwelijk
Toen zijn ze dichter bij elkaar gekomen
Als in menig wettig huwelijk
Met voeren, wassen en verschonen
Van 't oude lichaam, hoe fel ook bezield
Kon ze eindelijk aan hem tonen
Hoe veel en hoe zuiver ze van hem hield
Opa bleef grauwen, opa bleef grommen
Bleef onmogelijk agressief
Zei met zijn mond tot het eind toe: Verdomme
Maar met zijn ogen: Mens, je bent lief
Niemand zal ooit weten wat die beiden
In dat donkere huis hebben doorgemaakt
Naast het banale lichamelijke lijden
Misschien door God zelf wel aangeraakt